Welke studiekeuze past het beste bij mijn interesses en capaciteiten?

Het kiezen van een studie aan de universiteit is een belangrijke stap voor elke beginnende student. Als je autisme hebt, zijn er extra factoren om rekening mee te houden. Je wilt een opleiding vinden die aansluit bij jouw interesses, omdat je anders waarschijnlijk niet voldoende gemotiveerd bent om het vol te houden. Je wilt ook een studie vinden die past bij jouw sterke punten en manier van leren. Maar hoe bepaal je welke studiekeuze het beste bij je past? Een aantal tips.

1. Breng je interesses en sterke punten in kaart

Begin met het identificeren van wat je graag doet. “Wat vind ik leuk?” is voor veel mensen met autisme een ingewikkelde vraag. Stel jezelf in plaats daarvan specifiekere vragen, zoals:

  • Bij welke schoolvakken let ik altijd goed op?
  • Waar besteed ik de meeste tijd aan buiten school?
  • Over welke onderwerpen zoek ik vaak informatie op?
  • Als ik het onderwerp kan bepalen, waarover praat ik dan met anderen?
  • Wat ga ik spontaan doen als ik niets anders te doen heb?

Maak een lijst van je interesses. Sommige studenten met autisme hebben een sterke interesse in exacte wetenschappen en technologie, maar dat hoeft helemaal niet. Er zijn ook studenten met autisme die geïnteresseerd zijn in sociale onderwerpen, zoals psychologie of opvoeding. Het enige dat vrij algemeen geldt is dat studenten met autisme vaak meer intense interesses hebben en meer moeite hebben om zich te motiveren voor iets dat niet hun interesse heeft. Het is daarom extra belangrijk om goed te weten wat je interesses zijn voordat je aan een studie begint. Houd er ook rekening mee dat je interesse kan veranderen als je ouder wordt.

Breng vervolgens in kaart waar je goed in bent. Stel jezelf vragen als:

  • Op welke vakken heb ik hoge cijfers? Waarom is dat?
  • Wat verbaast me dat andere mensen niet kunnen dat ik wel kan?
  • Waar ben ik spontaan goed in, zonder dat ik er les in heb gehad?
  • Waarvoor krijg ik wel eens complimenten?

Er zijn studies die op bijna alle universiteiten worden aangeboden, maar ook studies die maar op enkele worden aangeboden. Een overzicht van alle studies in Nederland vind je hier. Aan de RUG in Groningen kun je meer dan 45 verschillende bacheloropleidingen volgen. Deze vind je hier.

2. Onderzoek de vorm van de studie

Of je een studie wilt volhouden wordt vooral bepaald door het onderwerp. Maar of je het kunt volhouden hangt vooral af van de vorm. Hierover kun je een aantal vragen stellen:

  • Heeft de studie een strakke structuur met vaste vakken en roosters, of is er veel keuzevrijheid en moet je veel zelf plannen?
  • Heb je heel veel (werk)colleges, of ben je de meeste tijd bezig met zelfstudie thuis?
  • Bestaat het tentamen uit een practicum, een lijst met meerkeuzevragen of bijvoorbeeld een paper?
  • Moet je vooral individueel werken of moet je veel in groepjes samenwerken?
  • Is de studie vooral theoretisch of meer praktisch en toegepast?
  • Kun je hoorcolleges ook online volgen of moet je fysiek aanwezig zijn?
  • Wordt de studie door een grote groep studenten gevolgd of is deze kleinschalig?

3. Vergelijk verschillende universiteiten

Je hoeft na het VWO niet perse een universitaire studie te kiezen. Als je een studie wilt met meer structuur die beter aansluit bij de praktijk kun je ook kiezen voor het hbo of het mbo.

Heb je gekozen voor de universiteit? Veel studies kun je aan verschillende universiteiten volgen. Als dat het geval is, maak dan een vergelijking tussen twee of drie universiteiten. Stel jezelf daarbij de volgende vragen?

  • Waar legt de universiteit binnen het onderwerp dat je interessant vindt de nadruk op? Zijn er bepaalde deelonderwerpen waar de universiteit in gespecialiseerd is?
  • Is er een wetenschappelijke school of methode die binnen deze universiteit vooral aandacht krijgt?
  • Geeft de universiteit informatie over uitzonderingen voor studenten met autisme (Extra tijd voor tentamens, Rustige studieruimtes)? Hier heb je sowieso recht op, maar het is een goed teken als de universiteit er zelf duidelijke informatie over geeft. Bij de RUG vind je die hier.
  • Welke begeleiding beidt de universiteit voor studenten met een functiebeperking? (Begeleiding door een psycholoog, algemene cursussen). De meeste universiteiten hebben een aparte pagina hierover op hun website. Bij de RUG vind je die hier.

4. Vergelijk verschillende studentensteden

Naast de universiteit is het ook goed om te kijken naar de studentenstad als geheel. Zeker als je naast je studie nog iets anders wilt doen. Of als je extra begeleiding nodig hebt, die de universiteit niet kan bieden.

  • Blijf je thuis wonen? Dan is vooral de reistijd een belangrijke overweging. Wil je op kamers gaan wonen? Kijk dan of er voldoende aanbod is voor woonruimte en wat hiervoor de procedures zijn. Je kunt ook overwegen om eerst in een studentenhuis te gaan wonen met andere studenten met autisme, voordat je doorstroomt naar een algemene kamer of huurhuis. Dit kan bij Jados.
  • Welke ondersteuning is er te vinden buiten de universiteit (als je dit denkt nodig te hebben)? Zijn er autisme coaches in de omgeving? Dat kun je bijvoorbeeld hier checken. Of zijn er bedrijven die begeleiding bieden aan studenten? Die vind je door hier te zoeken op begeleiding en de naam van de betreffende stad.
  • Zijn er studentenorganisaties waar je actief zou willen worden? Dit kan een extra belasting zijn en is misschien te veel. Maar het kan ook een goede manier zijn om je sociale vaardigheden te ontwikkelen. Op de website van de universiteit is wel een overzicht te vinden van studentenorganisaties. Bij de RUG vind je ze bijvoorbeeld hier.

5. Doe ervaring op en praat met anderen

Voordat je een definitieve keuze maakt, kun je:

  • Erover praten met familie, vrienden en leraren
  • Open dagen bezoeken
  • Proefstuderen
  • Begeleiding vragen van een autisme coach of loopbaanbegeleider